Nederland en Turkije herstellen hun onderlinge diplomatieke betrekkingen. Dat betekent dat er weer een Turkse ambassadeur in Den Haag komt en een Nederlandse ambassadeur in Ankara. Dat meldt minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer.
De betrekkingen met Turkije staan zwaar onder druk sinds de regering in maart vorig jaar twee Turkse ministers verbood om in Nederland campagne te voeren voor hun president Recep Tayyip Erdogan. De rel die daardoor ontstond was voor beide landen aanleiding hun ambassadeur terug te roepen.
“Goed dat Turkije en Nederland de bladzijde samen omslaan, en we onze betrekkingen herstellen”, zegt Blok. “Dat is nodig om vrij te spreken over zaken die ons binden, maar ook over onderwerpen waar we van mening verschillen.”
Naast gesprekken op ambtelijk niveau had Blok zelf de afgelopen maanden twee keer een ontmoeting met zijn Turkse collega Mevlüt Çavusoglu, in de marge van NAVO-bijeenkomsten. Dat heeft er mede toe geleid dat de betrekkingen worden genormaliseerd.
In die gesprekken hebben de twee bewindslieden vastgesteld dat ze het oneens blijven over de gebeurtenissen van maart vorig jaar. Maar juist daarom is het volgens Blok belangrijk om een “volwaardige diplomatieke relatie” te hebben.
Blok benadrukt dat er veel belangrijke kwesties spelen tussen Nederland en Turkije. "Denk aan de bestrijding van IS, het risico van terugkerende strijders uit Syrië en consulaire kwesties, maar ook onze zorgen over de rechtsstaat en mensenrechtensituatie in Turkije.''
Noodtoestand
In juni won Erdogan belangrijke verkiezingen in Turkije waardoor zijn land een presidentieel systeem kreeg, waarin Erdogan grote macht heeft, vergelijkbaar met het politieke systeem in de VS en Frankrijk.
Erdogan beloofde tijdens de verkiezingscampagne de noodtoestand op te heffen, als hij herkozen zou worden als president. Hij zei dit in een vraaggesprek op de tv in de aanloop naar de verkiezingen van 24 juni, en kwam deze belofte uiteindelijk deze week na.
Tien dagen voor het verstrijken van de noodtoestand ontsloeg Erdogan nog even 18.000 ambtenaren. De ontslagen ambtenaren worden ervan beschuldigd banden te hebben met terreurorganisaties of met groepen die handelen “tegen de nationale veiligheid”. De helft van het aantal ontslagen betreft politieagenten. Verder verliezen 199 academici en 5.000 militairen hun baan.